Zoetstoffen zijn een vervanger voor suiker. Je vindt ze bijvoorbeeld in frisdrank, sap, yoghurt, jam, snoep en koek. Maar ook als zoetjes of poeder. Zoetstoffen zorgen ervoor dat producten even zoet smaken als de producten waar suiker in zit, maar ze bevatten minder calorieën. De meeste zoetstoffen verhogen jouw bloedsuiker niet. Alle zoetstoffen die in een product gebruikt mogen worden, hebben een E-nummer. Op deze pagina lees je meer over zoetstoffen en diabetes.
Verschillende soorten zoetstoffen en het effect op jouw bloedsuiker
Er zijn verschillende soorten zoetstoffen. We zetten voor je op een rij welke dat zijn en wat het effect is op jouw bloedsuiker.
1. Intensieve zoetstoffen
- Leveren geen calorieën
- Verhogen de bloedsuiker NIET
- Zijn tot wel 37.000 keer zoeter dan suiker
Voorbeelden van kunstmatige intensieve zoetstoffen zijn acesulfaam-K, cyclamaat, saccharine en aspartaam. Er zijn ook intensieve zoetstoffen uit de natuur, zoals thaumatine en stevia (van een plant). Je vindt intensieve zoetstoffen vooral in frisdrank light, zero en max, limonade zonder suiker en lightproducten.
2. Extensieve zoetstoffen
Extensieve zoetstoffen heten ook wel polyolen. Ze zijn 0,4 tot 1x zoeter dan suiker.
Voordelen:
- de smaak lijkt op die van suiker, je hebt geen bijsmaak.
- minder calorieën (zoetstoffen 2,4 kcal/gram en suiker 4 kcal/gram). Een uitzondering is erytritol, want deze zoetstof levert helemaal geen calorieën.
- het verhoogt de bloedsuiker nauwelijks of veel minder snel.
Nadelen:
- van te veel van deze zoetstoffen kun je darmklachten krijgen.
- het is moeilijk in te schatten of je er insuline voor nodig hebt en hoeveel dat dan is.
- de producten zijn vaak duurder.
Voorbeelden van deze extensieve zoetstoffen zijn isomalt, lactitol, mannitol, sorbitol, xylitol en maltitol. Je vindt extensieve zoetstoffen vooral in suikervrije drop, winegums, kauwgom en producten uit het ‘dieetschap’ in de supermarkt. Let op: extensieve zoetstoffen (polyolen) staan bij de voedingswaarde onder koolhydraten. Trek de polyolen van het aantal koolhydraten af. Wat overblijft zijn de daadwerkelijke koolhydraten.
3. Lightproducten, producten met 0% suiker of producten waarop staat ‘geen suiker toegevoegd’
Kijk altijd naar de voedingswaarde op het etiket om te zien hoeveel koolhydraten er in een product zitten. De hoeveelheid koolhydraten kan enorm verschillen. Want in veel dranken wordt suiker voor een deel vervangen door intensieve zoetstof.
Je kunt ervan uitgaan dat light- of zero-frisdranken geen koolhydraten bevatten. Maar in sappen zitten wel altijd koolhydraten, dat zijn de fruitsuikers.
Let op: een product mag ‘light’ heten als het minimaal 30% minder suiker óf vet bevat. Soms bevat een product dus minder vet, maar nog steeds veel suikers. Check daarom altijd het aantal koolhydraten op het etiket.
E-nummers
Alle zoetstoffen die in producten gebruikt worden, hebben een E-nummer. Dit betekent dat de Europese autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) de stoffen heeft gecontroleerd en vindt dat ze veilig zijn.
Hoeveel mag je gebruiken?
Voor alle zoetstoffen geldt: bij een normaal eetpatroon krijg je niet te veel zoetstoffen binnen.
Bronnen
Voedingscentrum, Kenniscentrum Zoetstoffen, NDF Voedingsrichtlijnen 2020, Netwerk Diabetes Diëtist.