Sporten kost energie. En dat heeft dus ook invloed op de hoeveelheid suiker in je bloed. Die wordt meestal lager doordat je sport. Je hebt dan meer kans op een hypo. Bespreek met je kinderdiabetesverpleegkundige welke sport je doet en hoe het bij jou werkt. Soms is het namelijk nodig om de hoeveelheid insuline aan te passen. Of om de insuline op een ander moment toe te dienen. Of misschien is het handig om extra te eten.
Sporten en bewegen is goed voor je
Sporten vraagt om een aangepaste instelling van je insuline. Toch is sporten heel goed voor je, zeker als je diabetes hebt:
- Je lichaam wordt gevoeliger voor insuline: je hebt dus minder insuline nodig. Het is daardoor makkelijker om je bloedsuiker te regelen.
- Je houdt een gezond gewicht.
- Je maakt de kans op hart- en vaatziekten kleiner.
- Het maakt je botten sterker.
- Het is goed voor je HbA1C (de gemiddelde hoeveelheid glucose in je bloed).
- Het heeft een positief effect op je humeur en vermindert stress: je voelt je er blijer door (er komen endorfines vrij).
Tips voor als je gaat sporten
- Bespreek met je kinderdiabetesverpleegkundige welke sport je doet, op welk moment van de dag en hoe vaak in de week. Overleg hoe je de insuline daarop aan kunt passen.
- Meet je bloedsuiker voor, tijdens en na het sporten. Want het effect van bewegen kun je soms wel 8 tot 10 uur lang merken. Misschien moet je dus de insuline in de nacht verlagen of de streefwaarde van je glucose verhogen, zodat je in de nacht geen hypo krijgt.
- Vertel je trainer en je sportmaatjes dat je diabetes hebt. Ze snappen dan waarom je soms iets moet eten, je bloedsuiker wil meten of dat je soms even rustig aan moet doen. Zorg dat je altijd wat extra eten of drinken bij je hebt, voor als je bloedsuiker te laag wordt.
Meer informatie
Wil je meer weten over sporten en bewegen als je diabetes hebt? Jouw kinderdiabetesverpleegkundige kan je er alles over vertellen.
Op de foto’s: Bas