Als je diabetes hebt, kun je gewoon naar school. Misschien weet je al heel goed hoe je met jouw diabetes kunt omgaan. Soms moet je tussendoor wat eten om je bloedsuiker op peil te houden. Of soms moet je insuline toedienen of even met je ouders overleggen. Hoe ouder je wordt, hoe beter je zelf leert omgaan met jouw diabetes.
Vertel je klasgenoten en leraar over jouw diabetes
Het is belangrijk als jouw meester of juf en je klasgenoten weten van jouw diabetes. Ze weten dan waarom je soms even de tijd moet nemen om jouw bloedsuiker te controleren. En ze kunnen je helpen als dat nodig is. Dingen die je uit kunt leggen zijn:
- Wat is diabetes?
- Dat je op verschillende momenten op de dag je bloedsuiker moet meten, bijvoorbeeld voor het eten, voor sport en als je je niet lekker voelt.
- Dat je lage en hoge bloedsuikerwaardes kunt hebben en wat dat met jou doet.
- Waarom je soms moet eten tijdens de les.
- Hoe jij jouw bloedsuiker regelt: met een insulinepen of een insulinepomp . Je kunt die dan ook laten zien.
- Wat je moet doen bij een hypo.
- Wat je moet doen bij een hyper (en dat je dan dus vaker naar de wc moet).
- Dat je ook mee wilt doen, net als de anderen.
- Hoe je klasgenoten jou het beste kunnen helpen (bijvoorbeeld wanneer je een hypo of hyper hebt).
- Hoe ze rekening met jou kunnen houden bij een traktatie.
- Wat ze beter niet kunnen doen (bijvoorbeeld de hele dag vragen stellen over of je iets wel of niet mag eten).
Meer informatie
Wil je meer weten over naar school gaan als je diabetes hebt? Jouw kinderdiabetesverpleegkundige kan je er alles over vertellen. Zoek je informatie voor een spreekbeurt? Kijk dan eens op de website Zorgeloos met diabetes naar school. Je kunt ook kijken op de website van Cyberpoli of op de website van Stichting JDRF.